Pocheer de kabeljauw in een court bouillon van water, beetje wijn, tijm en laurier en wat peperbollen.
Haal hem er voorzichtig uit en bewaar hem.
Maak de woudvruchten schoon en bak ze aan in wat olijfolie met peper en zout.
Maak een roux en bind de visfumet.
Voeg hieraan wat gemalen kaas om een gebonden kaassaus te bekomen.
Pocheer de lasagnebladeren lichtjes en hou ze bij in koud water.
Leg een laag in een geoliede schaal, leg hierop een laag van de kabeljauw met wat kaassaus.
Dek toe met lasagnebladeren en doe hierop de woudvruchten met de gerookte eendenlever.
Dek weer toe en herhaal met de kabeljauw.
Werk of met een laagje kaassaus.
Zet de schaal in een voorverwarmde oven van 180°C en bak ze goudbruin.
Verdeel in porties en serveer onmiddellijk.