Ontdoe de filets van hun vel en snij ze in plakjes van een halve centimeter.
Meng het gehakt, eiwit, paneermeel en truffelolie en breng op smaak.
Voeg hierbij de room tot een homogene massa en hou deze farce (vulsel) koel.
Gaar het witloof in wat boter met water en een scheutje citroensap.
Maak de bladeren van de kool los en blancheer ze in kokend water.
Verfris ze in koud water.
Snij het hart van de kool in julienne en blancheer ze.
Was en schil de aardappelen en snij ze in schijfjes van 0,5 cm. en kook ze in de room met een teentje look en wat zout.
Haal ze na 15 minuten uit de room en schik ze in een ovenpan.
Oversaus met wat room en bestrooi met kaas.
Bak verder in de oven van 180°C gedurende 15 minuten.
Op plastiekfolie de geblancheerde koolbladeren openleggen.
Schik hierop de schijfjes fazantfilet strak tegen elkaar.
Bestrijk met de farce en rol dit nu op tot een roulade van 8 cm. doorsnede.
Stoom deze gedurende 45 minuten.
Bak de witloof in wat boter en karameliseer eventueel met wat suiker.
Zet de veenbessen op een zacht vuur met de suiker en een scheutje water.
Bak de spekjes en voeg de julienne van de kook toe.
Zet de fond, room en scheut Cognac op en laat wat inkoken. Monteer met boter.
Schik de julienne van kool en spek onderaan. Leg hierop een stuk van de roulade.
Garneer met witloof, veenbessen en gratin. Oversaus het vlees.