Schil de appeltjes en snij ze in schijfjes.
Bak ze lichtjes aan in wat boter met wat jus van de limoen.
Meng de eieren met de room en roer de bloemsuiker door de amandelpasta.
Spreid het kruimeldeeg uit met een deegrol in cirkel vorm van ongeveer 35 cm.
Doe het deeg in een licht beboterde vorm en prik lichtjes in met een vork.
Wanneer men het kruimeldeeg zelf maakt is het raadzaam om het 1 nacht te laten rusten in de koelkast.
Wrijf het mengsel van suiker en pasta op het deeg.
Giet hierboven de room met eieren.
Leg hierop de appeltjes en voeg wat kleine klonters verse boter toe.
Zet de taart in een voorverwarmde oven van 180° en laat een half uurtje bakken.
Haal ze uit de oven en laat even rusten op een rooster.
Dien ze lauw op met een bolletje vanille-ijs.