Men snijdt de blaadjes van de steeltjes en bewaart deze voor het garnituur.
De gewassen steeltjes en de gewassen soepgroenten snijdt men in stukjes en dit alles wordt in een weinig boter aangestoofd, bevochtigen met de kippenbouillon en een veertigtal minuten laten trekken.
De soep mixen en daarna door een fijne zeef doen.
De gewassen blaadjes maalt men met een weinig water in een fijnmaler.
Dit wordt op het laatste moment, samen met de room aan de kokende soep toegevoegd.
Afsmaken en opdienen.
Bediening
In een warm soepbord.
Notities
De soep niet te lang meer laten koken na het toevoegen van de gemalen blaadjes, anders wordt ze grijs en heeft men een mindere waterkers smaak.