Men schilt de appel en snijdt deze in mooie dobbelsteentjes, die we in wat boter aanstoven (geen puree).
De vijgen en de pruimen snijdt men ook in dobbelsteentjes en voegt deze bij de appels en de honing
Even laten stoven
Dit alles afkoelen en mengen met de kaas, eventueel een draai van de peper molen.
Men neemt het deeg en snijdt deze in lange banden met een breedte van een 5 cm.
Doe er een lepeltje van onze mengeling bij en opvouwen in driehoeken .
Op een ovenplaat met bak papier leggen en met een borsteltje inwrijven met gesmolten boter.
Afbakken in een voor verwarmde oven op 220°